De universitaire medische centra in Leiden, Amsterdam en Utrecht gaan als één team verder op het gebied van academische hart- en kinderzorg. Daarmee komen ze zelf met een alternatief voor de concentratie van de kinderhartzorg, dat volgens het besluit van minister Kuipers juist moet gaan plaatsvinden in de centra in Rotterdam en Groningen. De andere twee centra zouden moeten sluiten.
De kindercardiologen en hun teams gaan reizen, de patiënten gaan ‘gewoon’ naar het kinderhartcentra zoals ze gewend zijn. Geen gesleep met patiënten, wél meer bundeling van kennis en het behoud van de vertrouwde infrastructuur. Dat staat, simpel gezegd, in het plan waar de umc’s de concentratie van de kinderhartcentra mee vorm willen geven. „Om de gewenste kwaliteit en toegankelijkheid van academische hart- en kinderzorg in Nederland te garanderen, kostbare kinder-ic-capaciteit te behouden en aanpalende zorg, – zoals voor kinderen met kanker – te waarborgen, slaan de umc’s van Leiden, Utrecht en Amsterdam de handen ineen”, staat er in het bericht dat zij donderdag naar buiten hebben gebracht.
De centra willen de huidige kennis en kunde uit kinderhartchirurgie en hartkatheterisatie concentreren in één cluster. Daarmee ontstaat volgens hen ‘een toekomstvaste samenwerking voor de hartzorg van kinderen in Nederland’. „Het is niet alleen de apparatuur die je nodig hebt bij dergelijke, hele complexe operaties, het zijn vooral de teams die volledig op elkaar in gespeeld zijn. Die gaan nu gezamenlijk opereren in Utrecht en Leiden en daarmee hun krachten bundelen en kennis overdragen”, zegt Anne Leenen van UMC Utrecht. „Ook creëer je een systeem waar senior professionals op continue basis kennis overdragen, waardoor medewerkers een kwalitatief goede opleiding krijgen.”
Het concentreren van de kennis en kunde sluit volgens de teams aan bij het advies van de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) over de toekomst van de academische kinderhartzorg en ook bij de doelstellingen van het Integraal Zorgakkoord.
Eerder is er al nagedacht over een dergelijk, ‘reizend team’, maar dat was vóór coronatijd. Die tijd heeft het nodige veranderd
Anne Leenen, UMC Utrecht
Andere teams welkom
De plannen moeten ingaan vanaf het eerste kwartaal in 2024. „Veel operaties zijn planbaar, dus die kun je goed inroosteren als je een grotere pool aan chirurgen hebt. Daarnaast houden de teams een eigen thuisbasis, voor de acute zorg. De teams van de ziekenhuizen in Groningen en Rotterdam kunnen in de pool erbij.” Eerder is er al nagedacht over een dergelijk, ‘reizend team’, maar dat was vóór coronatijd, zegt Leenen, en die tijd heeft het nodige veranderd wat betreft het werken op afstand.
De operaties aan aangeboren hartafwijkingen bij kinderen kunnen nu nog op vier locaties worden uitgevoerd: in het Erasmus MC in Rotterdam, het UMC Groningen, het UMC Utrecht en in het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), opgezet door het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en Amsterdam UMC. Maar dat zijn er teveel; concentratie van de centra is nodig omdat er in heel Nederland maar elf kinderhartchirurgen zijn – in sommige ziekenhuizen zijn slechts slechts twee of drie chirurgen die 24/7 zorg moeten bieden.
Het vraagstuk rondom de concentratie speelt al 30 jaar. Demissionair zorgminister Ernst Kuipers koos ervoor de operaties enkel nog in Groningen en Rotterdam uit te laten voeren. Dat stuitte op veel weerstand, onder andere vanuit de twee centra die de operaties op den duur dus niet meer mogen uitoefenen. Kuipers kreeg deze zomer van de voorzieningenrechter te horen dat hij mocht doorgaan met zijn veelbesproken plan om kinderhartchirurgie te centraliseren.
Minister: ‘uiteindelijk op twee locaties’
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport laat in een reactie weten het ‘goed vinden te zien dat deze partijen de samenwerking op dit gebied opzoeken’, maar dat het uiteindelijke doel is dat niet alleen deze, maar álle betrokken centra gaan samenwerken in een landelijk netwerk. ‘Dit is een mooie stap in die richting. De complexe operaties bij patiënten met een aangeboren hartafwijking zullen in lijn met het besluit van de minister uiteindelijk op twee locaties worden geconcentreerd: in Groningen en in Rotterdam. We gaan er vanuit dat de samenwerking met deze centra de volgende stap is.’
Op 30 november dient de rechtszaak die de centra in Leiden en Utrecht aanspanden na het besluit van Kuipers. Het UMC Utrecht is ervan overtuigd dat de rechter gaat zeggen dat het besluit van minister Kuipers ‘niet deugdelijk’ is, zegt Leenen. „En dan ligt hier een oplossing.”
Het UMCG geeft aan niet inhoudelijk op het plan te willen reageren en de zaak volgende maand, over het al genomen besluit, af te wachten. „We hebben er vertrouwen in dat de rechter het besluit van de minister in stand zal houden.”
Achtergrond: waarom concentreren?
Per jaar komen, volgens de Hartstichting, er zo’n 1300 à 1400 kinderen met een aangeboren hartafwijking bij. Uit onderzoek is gebleken dat er minder pasgeborenen sterven als specialisten minstens zestig ingrepen per jaar doen. De aantallen zijn nu te laag om vier centra overeind te houden. De druk op kinderhartspecialisten is groot: Nederland heeft elf kinderhartspecialisten en enkele artsen in opleiding, verdeeld over al die centra. In sommige ziekenhuizen zijn slechts twee of drie chirurgen die 24/7 zorg moeten bieden. Als er dan iemand uitvalt, of simpelweg op vakantie wil, is het lastig op te vangen. Ook speelt mee dat bij enkele specialisten hun pensioenleeftijd in zicht is.
Josselin Gordijn