De afgelopen 10 jaar deden meer dan 25.000 inwoners van Amsterdam mee aan grootschalig onderzoek van Amsterdam UMC. Hierdoor is het mogelijk om etnische en genetische verschillen bij verschillende ziekten te bestuderen. Hoge bloeddruk is één van de onderzochte gezondheidsproblemen. Het blijkt bijvoorbeeld dat bij Afrikaanse vrouwen hoge bloeddruk wel 5 tot 10 keer vaker voorkomt in vergelijking met vrouwen van Nederlandse afkomst. De onderzoeksresultaten kunnen leiden tot aanpassingen in de zorg en daarmee op gezondheidswinst onder de bevolking.
“Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd de belangrijkste oorzaak van vroegtijdig overlijden. Als we kijken naar hoge bloeddruk zien we grote verschillen tussen diverse etnische groepen,” zegt Bert-Jan van den Born, hoogleraar ‘Etnische verschillen in de pathogenese van cardiovasculaire aandoeningen’ bij Amsterdam UMC. Hij is ook onderzoeker bij de HELIUS-studie. Dat is een gezondheidsonderzoek binnen zes etnische groepen in de hoofdstad. De deelnemers zijn van Turkse, Marokkaanse, Hindoestaans-Surinaamse, Creools-Surinaamse, Ghanese en Nederlandse afkomst.
DNA en omgevingsfactoren
Uit het HELIUS-onderzoek blijkt dat mensen van Creools-Surinaamse afkomst en Ghanese mannen in Nederland een 2 tot 3 keer zo hoog risico hebben op hoge bloeddruk dan de Nederlandse bevolking. Bij Afrikaanse vrouwen komt hoge bloeddruk wel 5 tot 10 keer vaker voor in vergelijking met vrouwen van Nederlandse afkomst. Het onderzoek laat zien dat alle etnische minderheden binnen de HELIUS-studie, behalve Marokkaanse mannen, vaker last hebben van hoge bloeddruk dan de Nederlandse populatie. De verklaring ligt in een combinatie van factoren. “Omgevingsfactoren spelen hierbij een rol, maar de invloed van DNA is ook belangrijk. Sommige ziekten komen simpelweg vaker voor in bepaalde populaties,” aldus Van den Born. De rol van DNA en de wisselwerking tussen DNA en iemands omgeving is iets waar de HELIUS-studie de komende jaren extra aandacht aan zal besteden.
Te winnen terrein
Voor Van den Born is het belangrijk om te kijken hoe deze gezondheidsongelijkheid is te verkleinen. Zo richtte een onderzoek met gegevens uit de HELIUS-studie uit 2016 zich op het bewustzijn rondom, en de behandeling en controle van (hoge) bloeddruk. Uit die studie bleek dat alle groepen uit de studie vergelijkbaar zijn wat betreft bewustzijn en behandeling van hoge bloeddruk. Echter, etnische minderheden worden minder gecontroleerd op hoge bloeddruk dan de Nederlandse bevolking. Van den Born denkt dat er met meer controles nog veel winst te behalen is.
Veranderende richtlijnen
Charles Agyemang, hoogleraar Global Migration, Ethnicity and Health van Amsterdam UMC is ook betrokken bij de HELIUS-studie, en onderzoekt cardiovasculaire gezondheid in een vergelijkbare groep mensen in Ghana. Hij is een van de co-auteurs van het artikel uit 2016, en denkt dat de kloof tussen de groepen kan worden gedicht door het vertrouwen in de gezondheidszorg binnen de migrantengemeenschap te verbeteren. Daarnaast kan de verandering van richtlijnen invloed hebben. Agyemang Uitkomsten van de HELIUS-studie hebben namelijk al eerder geleid tot aanpassingen in de nationale richtlijnen van een andere ziekte die is gelinkt aan hart- en vaatziekten: diabetes. “Mensen uit alle etnische groepen uit de Helius-studie, in het bijzonder die met een Surinaams-Hindoestaanse achtergrond, hebben veel vaker diabetes dan de Nederlandse populatie,” zegt Van den Born. In deze groepen komt diabetes 3 tot 6 keer vaker voor dan in de Nederlandse populatie. Ook krijgen patiënten de ziekte op een jongere leeftijd. Dit onderzoeksresultaat leidde tot een verandering in de screening van diabetes in Nederland. Artsen testen nu eerder op diabetes bij mensen met een achtergrond waarvan een hoger risico op diabetes bekend is. “Als iemand van Hindoestaans-Surinaamse afkomst van 35 jaar oud of ouder in de spreekkamer komt, screent een arts nu altijd op diabetes type 2,” zegt Van den Born. “Voor mensen met een Turkse, Marokkaanse of Afrikaanse achtergrond geldt dat zij vanaf hun 45ste worden gescreend.”
Genetische aanpassing
Er kan een evolutionaire verklaring zijn voor het hogere risico op diabetes, denkt Van den Born. “Een betere opslag en efficiënter gebruik van suiker in het bloed kan gunstig zijn in tijden van voedselschaarste; je kunt langer overleven. In het verleden zorgden de moessons in India – de oorsprong van mensen met een Hindoestaans-Surinaamse achtergrond – voor tijden van voedselovervloed en voedselschaarste. Dit kan evolutionair hebben geleid tot een genetische aanpassing in de regulering van de bloedsuiker.” In de huidige Nederlandse maatschappij is er echter altijd een overvloed aan voedsel, waardoor te veel restsuiker in het bloed blijft en diabetes zich sneller ontwikkelt. “Wat vroeger een voordeel was, is nu een nadeel”, zegt Van den Born.
Toekomst van het onderzoek
Het HELIUS-onderzoeksteam hoopt dat genetische analyse nieuw licht werpt op het hogere risico op hoge bloeddruk en diabetes in specifieke etnische groepen. Ook hopen ze met geavanceerde beeldvorming beter zicht te krijgen op de effecten van hoge bloeddruk en diabetes op het hart en de bloedvaten. Met als doel dat mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten in de toekomst beter en sneller worden gevonden en behandeld.