(NU.nl) Door de uitbraak van COVID-19 zijn sinds begin vorig jaar veel meer mensen overleden dan gebruikelijk, maar dat zal op de lange termijn weinig effect hebben op de levensverwachting van 65-jarigen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwacht dat mensen van 65 jaar oud in 2027 gemiddeld nog twintig jaar en elf maanden te leven hebben.
In 2020 stelde het CBS ongeveer dezelfde prognose. Grote bijstellingen op deze prognose kunnen gevolgen hebben voor de AOW-leeftijd, maar daar lijkt dus geen sprake van.
In Nederland is de leeftijd waarop mensen de ouderdomsuitkering AOW ontvangen gekoppeld aan de levensverwachting van het CBS. Worden we naar verwachting ouder, dan begint het pensioen later. Het kabinet zal de AOW-leeftijd voor 2027 vaststellen aan de hand van de vrijdag gepubliceerde prognose.
Voor 2024, 2025 en 2026 is de AOW-leeftijd al vastgesteld op 67 jaar. In de jaren daarvoor wordt de pensioenleeftijd geleidelijk naar dit niveau opgebouwd.
Vorig jaar overleden meer mensen dan gebruikelijk
In 2020 overleden vooral als gevolg van de coronapandemie 10 procent meer mensen dan gebruikelijk; in 2021 gaat het tot nu toe om 4 procent. Dat duwde de levensverwachting in die jaren tijdelijk omlaag, maar het effect op de lange termijn is gering, verwachten de onderzoekers. “Na vorige perioden met hoge sterfte, zoals de Spaanse griep en de Tweede Wereldoorlog, was de levensverwachting snel weer terug op het oude niveau.”
De levensverwachting neemt al een lange tijd toe. In 2019 hadden 65-jarigen gemiddeld bijna zes jaar meer te leven dan in 1950.