Bij een kwart van de vrouwen die een zwangerschapsvergiftiging hebben doorgemaakt, zijn al voortekenen van hartfalen aanwezig. Deze vrouwen lopen ook een groter risico op andere hart- en vaatziekten in de toekomst.
Dat concludeert Nicki Breetveld na haar promotieonderzoek aan het Maastricht UMC+. De bevindingen onderstrepen het belang van een zorgvuldige follow-up van vrouwen, die een zwangerschapsvergiftiging doormaken.
In Nederland worden zo’n 170.000 baby’s per jaar geboren. Bij drie tot vijf procent van de zwangerschappen ontstaat pre-eclampsie (ook wel zwangerschapsvergiftiging genoemd). Omgerekend komen er jaarlijks dus duizenden vrouwen met deze aandoening bij.
Pre-eclampsie wordt voornamelijk gekenmerkt door een hoge bloeddruk en verhoogd eiwit in de urine en kan vervelende klachten met zich meebrengen als hoofdpijn en bovenbuikpijn. Maar ook op langere termijn zijn er dus nog schadelijke gevolgen, zo concludeert Breetveld in haar promotieonderzoek.
Voortekenen van hartfalen
Breetveld richtte zich in haar onderzoek vooral op de voortekenen van hartfalen, zoals een verdikte hartspier of schade aan de vaatwand. Wanneer er structurele afwijkingen zijn aan het hart, maar nog geen herkenbare symptomen van hartfalen, wordt dit in medische termen hartfalen stadium B genoemd. Bij 23 procent van de vrouwen blijken dergelijke afwijkingen één en vier jaar na de zwangerschap aanwezig te zijn. Ook hebben vrouwen met pre-eclampsie een lager bloedplasmavolume en een hogere bloeddruk, wat het risico op hartfalen stadium B vergroot. Daarnaast hebben vrouwen met pre-eclampsie en een verhoogde bloeddruk een dubbel zo groot berekend risico op hart- en vaatziekten, zowel 10 als 30 jaar na de zwangerschap ten opzichte van vrouwen die een ‘normale’ zwangerschap hebben doorlopen (risico van 3,1 procent tegenover 1,5 procent en 19 procent tegenover 9 procent).
Follow-up
“Een zwangerschap is eigenlijk een ultieme stresstest voor hart en vaten”, stelt Breetveld.
“In de meeste gevallen verloopt een zwangerschap goed en herstelt de hart- en vaatfunctie weer, maar bij een deel van de vrouwen zijn er dus al structurele veranderingen opgetreden, die toekomstige risico’s met zich meebrengen.” Het is echter onduidelijk wat zwangerschapsvergiftiging precies veroorzaakt. Het is dan ook lastig te voorspellen wie er risico zal lopen op hart- en vaatziekten in de toekomst. Breetveld: “Het is daarom des te belangrijker om de follow-up van deze vrouwen goed in te richten, door regelmatig de bloeddruk te controleren en waar nodig een echo van het hart te laten maken. Met het verbeteren van de algehele leefstijl en eventuele medicatie kun je erger leed namelijk nog voorkomen.”
Nicki Breetveld promoveerde op woensdag 9 september aan de Universiteit Maastricht op haar proefschrift ‘Cardiovascular disease risk in women with a history of preeclampsia’